In bepaalde omstandigheden kan de bestemming van een perceel door de overheid worden gewijzigd, vb.: een perceel landbouwgrond dat wordt herbestemd tot een perceel geschikt voor bedrijvigheid. Dit creëert uiteraard een aanzienlijke meerwaarde voor de eigenaar. Echter, ook de omgekeerde situatie kan zich voordoen. Wat zijn de gevolgen hiervan?
In navolging van een ruimtelijk uitvoeringsplan - of RUP - kan een perceel herbestemd worden. Dergelijke bestemmingswijziging kan tot gevolg hebben dat er een meerwaarde gecreëerd wordt op dit perceel grond. De eigenaar van dit opgewaardeerde perceel zal vervolgens mogelijks belastingen moeten betalen op deze meerwaarde, de zogenaamde planbatenheffing.
De heffing is verschuldigd door degene die op het moment van de inwerkingtreding van het desbetreffende RUP beschikt over het volle of blote eigendomsrecht op het perceel. Zijn er meerdere eigenaars onderworpen aan de heffing, dan zijn ze hoofdelijk gehouden voor de gehele verschuldigde planbatenheffing.
Eens een RUP in werking is getreden, dan zal de Vlabel een aanslagbiljet versturen naar de eigenaar. De heffing zelf moet pas betaald worden op het ogenblik dat de meerwaarde gerealiseerd wordt:
ofwel wanneer u een bouw- of verkavelingsvergunning voor het perceel verkrijgt
ofwel wanneer de grond wordt verkocht
Als eigenaar kunt u tevens opteren voor een ‘vrijwillige’ betaling, nl. als u betaalt binnen het jaar na de verzending van het aanslagbiljet. In dit geval krijgt de eigenaar automatisch een korting - of bonificatie - van 15% op het te betalen bedrag.
De exacte omvang van de heffing varieert van 1% tot 30% op de geschatte meerwaarde van een perceel. Als eigenaar kunt u evenwel mogelijks genieten van een opschorting van heffing of een vrijstelling van de planbatenheffing (vb. bij kleine bestemmingswijzigingen).
De rechtstreekse tegenhanger van de planbatenheffing is de planschadevergoeding.
Een eigenaar zal recht hebben op een planschadevergoeding indien een perceel grond door een RUP niet langer in aanmerking komt voor een omgevingsvergunning om te bouwen of te verkavelen. De planschadevergoeding wordt uitgekeerd als compensatie voor de waardevermindering die zo ontstaat op het perceel.
In bepaalde gevallen zal de eigenaar evenwel geen recht hebben op een vergoeding voor de planschade. Deze worden opgelijst in het art. 2.6.1. VCRO.
Heeft een eigenaar recht op een planschadevergoeding - die an sich 80% van de geraamde waardevermindering bedraagt -, dan zal dit echter niet automatisch worden uitgekeerd. De eigenaar zal zich binnen het jaar nadat het recht op de planschadevergoeding is ontstaan moeten wenden tot de rechtbank van eerste aanleg.
De rechter zal op zijn beurt nagaan of aan alle voorwaarden is voldaan om aanspraak te kunnen maken op een planschadevergoeding en desgevallend een deskundige aanstellen om een raming te maken van de waardevermindering.
Een ruim bedrijfspand, een villa in 't groen of een appartement aan zee. Laat ons weten wat je precies zoekt en ontvang als eerste het meest recente (en discrete) aanbod in je mailbox. En dit nog voor het op de vastgoedwebsites wordt gepubliceerd!
Je levenslange partner in wonen en ondernemen
Wij maken gebruik van cookies om jouw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij tracking- en advertentiecookies te gebruiken om jouw websitebezoek persoonlijker te maken. Ben je benieuwd naar deze gepersonaliseerde advertenties? Klik dan op “Akkoord”(met ons privacybeleid). Lees meer
Je browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.